17 maart 2020

Vijfde monitor experimenten doorlopende leerlijnen

Experimenten doorlopende leerlijnen

In opdracht van het ministerie van OCW voert SEO Economisch Onderzoek, het Kohnstamm Instituut en ecbo gedurende de periode 2014-2022 een monitoronderzoek uit naar het verloop en effect van de experimenten doorlopende leerlijnen. Dit vijfde rapport gaat over 2019. De monitoring loopt door en wordt verbreed naar alle doorlopende leerroutes, dus ook routes die niet zijn gestart als experiment. Het rapport laat zien dat de implementatie van de routes in een ver gevorderde fase is. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de route biedt, zoals het eerder aanbieden van mbo-leerstof. Het draagvlak voor de routes op de scholen en de samenwerking tussen vmbo en mbo is overwegend goed en toegenomen ten opzichte van de vorige meting.

Vervolg monitoronderzoek

Het wetsvoorstel ‘Doorlopende leerroutes vmbo-mbo’ (sterk beroepsonderwijs) maakt het voor vmbo-scholen en mbo-instellingen vanaf 2020 eenvoudiger om gezamenlijk een doorlopend onderwijsprogramma te ontwikkelen en aan te bieden. Het streven is dat de wet op 1 augustus 2020 in werking zal treden. Een monitor die zich alleen richt op vakmanschap-, technologie- en beroepsroutes sluit daarmee niet meer aan op de actualiteit. Om die reden zal de monitor zich de laatste onderzoeksjaren deels verbreden tot ook de programmatische samenwerking vmbo-mbo buiten deze routes om.

De belangrijkste punten uit de monitor zijn:

  • In de periode vanaf het schooljaar 2014-2015 tot en met 2019-2020 zijn er 238 vakmanschap-, technologie- en beroepsroutes gestart. In totaal doen 127 scholencombinaties mee met de experimenten.
  • Oktober 2018 was de laatste mogelijkheid om vakmanschaproutes naar niveau 2 aan te vragen. In 2017 was de laatste mogelijkheid voor routes naar niveau 3 en in 2016 voor technologie- en beroepsroutes naar niveau 4. Dit is terug te zien in de afname van het aantal nieuwe routes in de de afgelopen drie schooljaren (2017-2018 tot en met 2019-2020) is het aantal nieuwe routes afgenomen. Ook het aantal jongeren in de routes wordt kleiner.
  • Ruim de helft van het aantal jongeren volgt een vakmanschaproute op niveau 2 en zo’n 40 procent volgt een technologieroute. Het aantal deelnemers aan een vakmanschaproute op niveau 3 is beperkt. Jongeren die een route volgen op niveau 4 doen dat vrijwel allemaal in de sectoren Techniek en Groen. Ook in de vakmanschaproute volgt ruim de helft van de jongeren een route in de sector techniek.
  • Drie jaar na de start van de vakmanschap- en technologieroutes, zijn nagenoeg alle deelnemende leerlingen doorgestroomd naar het mbo, van wie het merendeel naar een vergelijkbare sector. Voor de technologieroute geldt dat na vier jaar zelfs al een enkeling op het hbo staat ingeschreven.
  • De implementatie van de routes is in een ver gevorderde fase. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de route biedt, zoals het eerder aanbieden van mbo-leerstof.
  • Opvallend is dat bij ongeveer de helft van de routes jongeren eenmaal op het mbo opgaan in de reguliere groep mbo-studenten en geen aparte groep meer vormen.
  • Het draagvlak voor de routes op de scholen en de samenwerking tussen vmbo en mbo is overwegend goed en toegenomen ten opzichte van de vorige meting.