Tijdens het vierde webinar Bouwen aan Sterk beroepsonderwijs stonden twee mogelijkheden die de wet doorlopende leerroutes biedt centraal: het op elkaar afstemmen van studieduur en onderwijstijd en het werken met een teambevoegdheid. Met name de teambevoegdheid biedt scholen de mogelijkheid om vmbo- en mbo-docenten als team in te zetten in een doorlopende leerroute.
Tijdens het webinar licht Sabine van der Maarl de mogelijkheden toe en wordt aan de hand van vragen en voorbeelden uitleg gegeven bij de wet.
De doorlopende leerroutes zullen dezelfde mate van ruimte bieden, als die voor het mbo wordt gecreëerd.
Hiervoor geldt dezelfde extra ruimte als in een reguliere mbo-opleiding.
Daar komt bij dat er nog extra mogelijkheden zijn (zie schema bouwsteen studieduur onderwijstijd). Bijvoorbeeld: 3 studiejaren = 3000 uur; 2400+250= 2650. 350 uur kunnen of als extra BOT- of als bpv-uren worden ingezet.
Daarnaast biedt de wet bewust de ruimte om af te wijken van het minimale aantal onderwijsuren.
Ja, dat mag. Bedrijven bieden leeromgevingen die het beroepsonderwijs soms niet kunnen bieden. Daarmee verweef je het schoolse leren met het leren in de beroepspraktijk, wat vaak de motivatie van jongeren ten goede komt. Het geïntegreerd aanbieden van beroepsgericht onderwijs binnen de bpv kan zeker van meerwaarde zijn.
De wet biedt overigens ook ruimte om meer bpv-uren en wat minder begeleide onderwijsuren (bot) te verzorgen gedurende de doorlopende leerroute. Dit zal met name aan de orde zijn als de leerroute hybride is. Het kan ook andersom, minder bpv-uren en meer bot-uren. In dergelijke gevallen legt het bevoegd gezag van de school het afwijkende programma voor instemming voor aan de medezeggenschapsraad, omdat een afwijking van de onderwijstijd moet worden opgenomen in de schoolgids en in het schoolplan.
Nee, die zijn er niet.
Overigens geldt op landelijk niveau geen vastgestelde urentabel. Het is aan de scholen te bepalen hoeveel uren ze aan bepaalde vakken/leergebieden besteden.
Dit is zeker mogelijk.
Bij het aanbieden van een doorlopende leerroute hebben vo-school en mbo-school de mogelijkheid om de totale opleiding één jaar korter te laten duren.
Verkorting van de opleiding is geen doel op zich, maar kan het resultaat zijn van het geïntegreerde programma. Doordat overlap uit het programma wordt gehaald, programmaonderdelen worden geïntegreerd/gecombineerd of het “zomerlek” wordt gebruikt voor het onderwijs, is het goed mogelijk om binnen de verkorte studieduur een programma van voldoende kwaliteit aan te bieden.
In de doorlopende leerroute is het daarnaast mogelijk om, net als in de reguliere mbo-opleiding het geval is, van het minimale aantal onderwijsuren af te wijken, mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is.
Ja, dat mag. Bedrijven bieden leeromgevingen die het beroepsonderwijs niet kunnen bieden. Daarmee verweef je het schoolse leren met het leren in de beroepspraktijk, wat vaak de motivatie van jongeren ten goede komt. Het geïntegreerd aanbieden van beroepsgericht onderwijs binnen de bpv kan zeker van meerwaarde zijn.
De wet biedt ook ruimte om meer bpv-uren en wat minder begeleide onderwijsuren (bot) te verzorgen gedurende de doorlopende leerroute. Dit zal met name aan de orde zijn als de leerroute hybride is. Het kan ook andersom, minder bpv-uren en meer bot-uren. In dergelijk gevallen legt het bevoegd gezag van de school het afwijkende programma voor instemming voor aan de medezeggenschapsraad, omdat een afwijking van de onderwijstijd moet worden opgenomen in de schoolgids en in het schoolplan.
De bpv mag in het vmbo starten, maar moet dan wel plaatsvinden in een erkend leerbedrijf en voldoen aan de eisen die het mbo aan bpv stel.
De teambevoegdheid is een belangrijke voorwaarde om de samenwerking in een doorlopende leerroute goed vorm te geven, daarom worden hier geen pilots mee gedraaid maar is dit structureel mogelijk gemaakt in de wet.
De ervaringen met de teambevoegdheid worden gemonitord en zijn inbreng voor de discussie over de toekomst van het bevoegdhedenstelsel voor het voortgezet onderwijs.
In een doorlopende leerroute vmbo-mbo kunnen docenten gezamenlijk één team vormen. De basis van een doorlopende leerroute vmbo-mbo is een gezamenlijk onderwijsprogramma. Hierbij is het essentieel dat docenten samen dat programma samenstellen, het onderwijs op elkaar afstemmen en verzorgen. De teambevoegdheid in het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid om een gezamenlijk docententeam te vormen voor vak- en sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo). Daarmee zijn leraren en docenten breder inzetbaar dan alleen in het eigen onderwijstype. Binnen het team als geheel moeten de benodigde bekwaamheidseisen per programmaonderdeel aanwezig zijn. De docent die voldoet aan de bekwaamheidseisen voor een bepaald programmaonderdeel is verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit onderdeel. Het onderwijsteam kan en mag er dus bijvoorbeeld voor kiezen om in een programmaonderdeel dat in vmbo en mbo aan de orde komt, bijv. een mbo-instructeur lassen met een pdg in het eerste jaar en/of tweede jaar van een doorlopende route (leerjaar 3 en 4 van het vmbo) het onderdeel lassen aan vmbo-leerlingen te verzorgen.
Het onderwijsteam kan en mag er bijvoorbeeld voor kiezen om in een programmaonderdeel dat in vmbo en mbo aan de orde komt, bijv. een mbo-instructeur lassen met een pdg in het eerste jaar en/of tweede jaar van een doorlopende route (leerjaar 3 en 4 van het vmbo) het onderdeel lassen aan de jongeren te verzorgen.
Het is echter niet zo dat die instructeur vervolgens bevoegd wordt om bijvoorbeeld het vak wiskunde te verzorgen op het vmbo. Het gaat dus echt om de inzet op de vak- en sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo).
Dit hangt samen met de mate waarin u het vmbo- en mbo-programma heeft geïntegreerd. Geef in het gezamenlijk PTA/OER aan waar er sprake is van vak- of sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo) en hoe u als scholen om gaat met de inzet van het personeel daarbij. Houdt daarbij rekening dat binnen het team als geheel de benodigde bekwaamheidseisen aanwezig zijn.
In een doorlopende leerroute vmbo-mbo kunnen docenten gezamenlijk één team vormen. De basis van een doorlopende leerroute vmbo-mbo is een gezamenlijk onderwijsprogramma. Hierbij is het essentieel dat docenten samen dat programma samenstellen, het onderwijs op elkaar afstemmen en verzorgen.
De teambevoegdheid in de wet biedt de mogelijkheid om een gezamenlijk docententeam te vormen voor vak- en sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo). Daarmee zijn leraren en docenten breder inzetbaar dan alleen in de eigen onderwijssector. Binnen het team als geheel moeten de benodigde bekwaamheidseisen per programmaonderdeel aanwezig zijn. De docent die voldoet aan de bekwaamheidseisen voor een bepaald programmaonderdeel is verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit onderdeel, ook als er voor dat programmaonderdeel een instructeur wordt ingezet.
Dit hangt samen met de mate waarin u het vmbo- en mbo-programma heeft geïntegreerd. Dit hoeft u niet zo concreet uit te werken in de samenwerkingsovereenkomst. Geef in het gezamenlijk PTA/OER aan waar er sprake is van vak- of sector-overstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo) en hoe u als scholen om gaat met de inzet van het personeel daarbij. Houdt daarbij rekening dat binnen het team als geheel de benodigde bekwaamheidseisen aanwezig zijn.